Luisteren en gehoorzamen. Altijd afstand houden. Bescheiden zijn, en vooral zedelijk. Klaar en beschikbaar om te trouwen en aan een gezin te beginnen. Toen ik als jong meisje in Iran een hoofddoek moest dragen, werd ik in een keurslijf gedwongen van discriminatie en onderdrukking. Het verbaast me dan ook dat de achterban van sp.a-voorzitter Conner Rousseau zo geschokt reageert op zijn voorstel om een debat te voeren in verband met het verbieden van de hoofddoek op school onder zestien jaar. 

Onder het mom van ‘keuzevrijheid’ wordt elke vorm van kritiek op de hoofddoek voor minderjarigen in de kiem gesmoord. In een opiniestuk van Ariadne Driezen en Sara Elloukmani in deze krant probeert men ons zelfs wijs te maken dat iedereen die kritisch is, de islamofobie bevordert en meisjes hun vrijheid wil ontnemen.

Het woord ‘islamofobie’ wordt in het Westen te pas en te onpas gebruikt om anderen de mond te snoeren, en ervan te weerhouden ooit nog een kritisch woord te zeggen over de islam. Islamofobie, de angst voor wat mensen wordt aangedaan in naam van de islam, is op zich geen onbegrijpelijke reactie. Hoe zou een jezidi, die gevlucht is en hier een nieuw leven probeert op te bouwen geen angst hebben van de islam, na alle gruweldaden die hij door IS heeft moeten doorstaan? Maar het is ongepast en zelfs gevaarlijk om het woord te gebruiken als een soort preventieve censuur. Dan loert een verbod op expliciete kritiek op een ideologie algauw om de hoek, en dus ook een schending van het recht op vrije meningsuiting.

Ook het zo heilig en kostbaar geachte woord ‘vrijheid’ wordt in deze context constant misbruikt. De ideologie achter de hoofddoek erkent namelijk geen vrijheid. Vrouwen die een hoofddoek dragen, zijn vaak gebonden aan een manier van leven die sterk wordt ingeperkt door de sharia, zonder enige vorm van vrijheid of gelijkwaardigheid.

Bagger

Maar zelfs dat is niet de kern van de zaak. Dit debat gaat niet over volwassen vrouwen maar over minderjarige meisjes die erg gevoelig zijn voor de sociale druk van hun gemeenschap en niet eens worden opgevoed om te zeggen wat ze al dan niet willen. Als kindertandarts heb ik jarenlang kinderen behandeld die soms al op hun zesde of zevende van kop tot teen bedekt waren. Tegen hun zin natuurlijk want wat begrijpt een kind van die leeftijd over dat soort lichaamsbedekking?

De hoofddoek is meer dan de uitdrukking van een religieuze identiteit. Het is geen toeval dat een meisje haar lichaam na de eerste menstruatie verplicht moet verbergen. Ze zou wel eens een man op zondige gedachten kunnen brengen! Dat meisje wordt met andere woorden al op jonge leeftijd geseksualiseerd. Ik noem dat kindermisbruik.

De ‘gewenningstraining’ met de hoofddoek maakt het een stuk makkelijker om hem in de puberteit onderdeel te maken van de ‘identiteit’, als een soort tweede huid, samen met de vrouwonvriendelijke waarden die aan het stuk stof vasthangen. Veel meisjes zijn ervan overtuigd dat ze zelf kiezen voor een hoofddoek terwijl dat net de eerste stap naar gehoorzaamheid is en onderwerping aan de man, niet alleen de vader maar ook de broers, de toekomstige echtgenoot en uiteraard Allah. Wie zich daar niet naar schikt, wordt vaak verstoten, met alle psychische en sociale problemen van dien.

Niemand voelt op een bepaalde leeftijd uit zichzelf de behoefte om een hoofddoek te dragen. Het gebeurt altijd onder invloed van de familie, de cultuur en de gemeenschap waarin de meisjes opgroeien. Ze hebben ook geen stem in dit debat en wie het voor hen opneemt of het thema nog maar bespreekbaar wil maken, wordt vaak overspoeld met bagger. Waarom gunnen we die meisjes niet gewoon de vrijheid en het levensplezier die onze eigen dochters wel iedere dag mogen ervaren?